Vertalingen in elkaar storten NL>DE
in elkaar storten (ww.) | erliegen (ww.) ; untergehen (ww.) ; zugrunde gehen (ww.) ; zusammenbrechen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `in elkaar storten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bezwijkenNL: ondergaanNL: te gronde gaanNL: ten gronde gaan